Blog
Altmetrics volgens PLoS
Op de Open Access Scholarly Publishers Conferentie in september in Budapest was het publiek dit jaar wat gevarieerder dan vorig jaar. Waar er in 2011 voornamelijk uitgevers rondliepen (zowel Open Access uitgevers als traditionele), waren er nu beleidsmakers, bibliotheekmensen, wetenschappers, uitgevers en bedrijven die tools aan uitgevers willen slijten. Dat gaf interessante discussies, zoals bijvoorbeeld die over de Impact Factor in een ochtendsessie over Altmetrics.
Voor OA publishers is de Impact Factor als kwaliteitszegel voor een tijdschrift duidelijk passé. Die toon werd gezet in een enthousiaste presentatie door Martin Fenner van PLoSone, het bekendste megajournal van de Public Library of Science (een van de grootste en succesvolste OA publishers van het moment). Fenner begon met verwijzen naar een populaire blog van de wetenschapper Stephen Curry genaamd ‘Sick of impact factors’. Hij stelde dat reputatie meten op tijdschrifttitel, zoals de impact factor doet, niet meer van deze digitale tijd is. Impact factors laten niets zien van het succes van individuele artikelen in een tijdschrift en citaties tonen slechts ten dele hoe een paper aanslaat en wordt hergebruikt. PLoS is daarom in 2009 een Altmetrics-project gestart waarin allerlei soorten gebruik worden opgespoord en getoond.
Een mooi voorbeeld van dit alternatieve meten is het goedgelezen artikel Defrosting the Digital Library: Bibliograohic Tools for the Next generation Web, in het tijdschrift PLoS Computational Biology. Je ziet bij het artikel een aantal tabbladen: ‘Metrics’, ‘Related Content’ en ‘Comments’. Het Metrics tabblad is echt heel tof. Het geeft een grafiek van Article Usage (de views online, de xml downloads en de gedownloade pdfs) die bijna dagelijks wordt bijgewerkt. Ook zie je hier aantallen citaties, onderverdeeld in Scopus, Crossref, PubMedCentral en Web of Science. Dan komen de sociale netwerken (Twitter, Facebook, CiteUlike, Mendeley) en blogs en andere ‘media coverage’. Tot slot kunnen lezers het artikel becommentariëren. Wie heeft de Impact Factor nog nodig om te laten zien hoe zijn publicatie scoort als hij dat online zo uitgebreid inzichtelijk kan maken?
Fenner gaf onmiddellijk toe dat het moeilijk is een standaard te ontwikkelen die internationaal ingezet kan worden, laat staan een generieke tool die alle OA publishers kunnen gebruiken. Samenwerking op dit gebied van PLoS en BioMedCentral is tot nu toe vastgelopen op gebrek aan ervaring en op gebrek aan vat op de ontwikkeling van sociale media. Bovendien is een medium als Twitter te vluchtig om als betrouwbaar meetinstrurment te gelden; iets wat daar nu een hit is, kan volgende maand wel weer verdwenen zijn. Terecht merkte Paul Peters van Hindawi op dat we voorlopig geen zekerheid hebben “that any metrics that appear on the journal website will be the same in the future”.
Toch riepen alle grote OA publishers op tot samenwerking en ontwikkeling van een international standaard voor Altmetrics. “Thinking beyond citations can help to show the advantages of Open Access”, sloot Fenner zijn verhaal dan ook klinkend af. De kritische noot op dit publishers’ enthousiasme kwam van een wetenschapper. Bo-Christer Björk, een Finse professor die werkt aan de Hanken School of Economics en veel publiceert over Open Access als economisch fenomeen, benadrukte dat hier wel erg de ‘supply kant’ aan het woord was. Hij vroeg zich af of er onderzoek gedaan is naar wat de wetenschapper zelf wil. En Kevin Dolby van het Engelse Wellcome Trust, niet geheel toevallig een subsidieverstrekker, merkte grappend op dat hij het toch wel eens was met de stelling dat Impact Factors “still have some value”. En dat is veelzeggend. Want zolang funders bij het toekennen van subsidies de publicaties van aanvragers beoordelen op de traditionele criteria, kunnen we ‘sick’ van zijn van die Impact Factor wat we willen. Dan blijft die de belangrijkste maat voor de wetenschapper.
door Inge
Geef een reactie