Blog
Science in Transition en de universiteitsbibliotheek
Het kan niemand ontgaan zijn na de ruime aandacht in DUB, NRC, De Volkskrant, Een vandaag, Nieuwsuur en meer media: er is een beweging van wetenschappers die het Nederlandse wetenschapsbedrijf op de schop wil nemen. Science in Transition wil meer onderwijs en minder onderzoek, minder sturing op output, meer inbreng van en verantwoording aan de maatschappij, een eerlijker beeld in de media met meer ruimte voor twijfel en onzekerheid en minder voor de professoor die weet hoe alles zit, voorts minder belangenverstrengeling en meer transparantie in de (nuttige) samenwerking met het bedrijfsleven, meer erkenning van andere output dan publicaties, minder simplificatie door bibliometrie met haar perverse prikkels, kortom: een opener, eerlijkere en transparantere wetenschap.
Het Trippenhuis van de KNAW was 7 en 8 november volgepakt voor een conferentie over het onderwerp. De analyse ligt er (in het position paper) en velen onderschrijven die voor een groot deel. De initiatiefnemers gaan hard en zeggen in scherpe bewoordingen waar het op staat. Disciplinaire verschillen worden wel onderkend, maar gezien als een graduele of schaalverschillen. Tijdens de conferentie is goed duidelijk welke kant men op wil, maar de wegen in die richting nog niet goed kent. Sommige wegen zullen zelf aangelegd moeten worden. En het is maar de vraag of iedereen wel zo hard mee wil op die weg.
De vraag hier is of en hoe universiteitsbibliotheken kunnen of moeten mebeewegen. Universiteitsbibliotheken veranderen snel, ook wij zijn in transition. Maar Science in Transition en “Libraries in Transition” hebben niet dezelfde richting en niet dezelfde motor. Die in bibliotheken is vooral technologiegedreven, de voorgestelde overgang in de wetenschap is meer moreel en cultuurgedreven.
Toch zijn er zaken waar beide veranderingen aan elkaar zullen raken. De eerste is Open Science: het open access beschikbaar stellen van onderzoeksdata en publicaties in repositories is daar een belangrijk onderdeel in. Daarbij hoort natuurlijk ook het verhaal waarmee en de mate waarin we dat stimuleren. De tweede is opleiden van studenten en promovendi die weten hoe het wetenschapsbedrijf werkt en hoe het eerlijk en open kan werken. Daar spelen informatievaardigheden een kleine maar toch niet onbelangrijke rol in. Wij vertellen studenten waar te zoeken, hoe zij tijdschriften en publicaties op waarde kunnen schatten, wij leren hen over bibliometrische maten (impact factor, citatiescore, H-index, SNIP, altmetrics), wij adviseren onderzoekers soms bij tijdschriftkeuze, wij vertellen hen over wegen om hun zichtbaarheid te vergroten en over social mediagebruik. In veel van die activiteiten maken we keuzes die op de weg naar een Science inTransition meer of juist minder vooruitstrevend zijn. Dat is een discussie waard.
Ik moedig iedereen aan zich in te lezen, dit is echt voor alle vakgebieden een interessante discussie. (Ik las zelf met veel plezier deze column van Tine de Moor: http://www.dub.uu.nl/artikel/blog/moeten-alfas-minder-onderzoek-doen-onzin.html)
Jeroen, als je een (I&D?) bijeenkomst zou beleggen over dit thema (en wat wij daar als bibliotheek aan bij kunnen dragen) denk ik graag mee.