Library Blog

Blog

Louis Bonaparte ontmoet Science in Transition

Louis Bonaparte Society

Vorige week donderdag waren Jeroen Bosman en ik aanwezig bij een bijeenkomst over Science in Transition van de Louis Bonaparte Society – een vereniging van graduate students (Master- en PhD-students) uit alle UU-faculteiten. Frank Huisman, één van de initiatiefnemers van Science in Transition, was uitgenodigd om een inleiding te geven, daarna werd in kleinere groepjes gediscussieerd. Jeroen en ik waren vooral gekomen om te kijken hoe dit onderwerp leeft onder Masterstudenten en promovendi, en hoe in deze groep aangekeken werd tegen veranderingen in wetenschappelijke communicatie, zoals we die zelf onderzoeken (zie 101 innovations in scholarly communication).

In zijn inleiding gaf Frank Huisman een overzicht van de belangrijkste punten in het Science in Transition position paper, waarbij hij vooral in ging op de kwaliteit van onderzoek en op de universiteit als opleidingsinstituut. Dit waren ook de punten waar later op de avond in 4 á 5 kleinere groepjes over gediscussieerd werd.

Lobos - Science in Transition

Opvallend was dat alleen al in ons groepje ongeveer de helft van de mensen dan wel tijdens hun PhD-traject dan wel korter of langer na hun promotie alsnog de keuze had gemaakt om niet door te gaan in het onderzoek. Frank Huisman had het hier ook over in zijn presentatie: de financiële prikkel om universiteiten te belonen voor het aantal promoties is er mede de oorzaak van dat er veel meer promovendi worden aangenomen dan dat er, verderop in het traject, onderzoeksbanen beschikbaar zijn. Één van de oplossingen die Science in Transition hiervoor aandraagt is om een promotie te zien als het einde van een opleiding, niet als het begin van een wetenschappelijke carriėre.

De aanwezigen waren hier nogal kritisch over: dit werd gezien als symptoombestrijding in plaats van het oplossen van het probleem, omdat het nog steeds de grote aantallen PhDs in stand houdt (en, zoals iemand cynisch opmerkte: PhD-studenten zijn goedkope arbeidskrachten).

Men zag meer heil in ‘aan de poort’ beperken van het aantal promovendi, of zelfs in een eerder stadium, het aantal studenten dat toegelaten wordt aan de universiteit. Dit zou vereisen dat er iets aan de financiele prikkels verandert (wat Science in Transition overigens óók betoogt).

Voor verdere discussie over de carrière-perspectieven van PhD-studenten (ook buiten Nederland) zie onder andere MySciCareer (‘First-person science career stories’) en Where will a Biology PhD take you? (cijfers US 2012).

http://ascb.org/where-will-a-biology-phd-take-you/

http://ascb.org/where-will-a-biology-phd-take-you/

Een ander onderwerp van discussie was de kwaliteit van onderzoek, en dan met name de manier waarop je dat bepaalt. De overheersende gedachte bij de deelnemers leek te zijn dat het beoordelen van een onderzoeker op basis van kwantitatieve criteria (zoals citatiescores van zijn/haar artikelen en impact factors van de tijdschriften waarin deze verschijnen) weliswaar niet optimaal is, maar ten minste objectief. Een meer inhoudelijke beoordeling op kwaliteit van artikelen (en andere output) droeg volgens veel aanwezigen het bezwaar in zich dat het een subjectieve beoordeling is, en bovendien niet schaalbaar (en daarmee niet bruikbaar voor de steeds toenemende hoeveelheid onderzoeksartikelen).

Hier kun je tegenin brengen dat aan het huidige systeem van beoordeling op basis van impact factors net zo goed een subjectieve kwalitatieve beoordeling ten grondslag ligt, namelijk die van peer-reviewers en editors van tijdschriften (die bepalen of en waar een artikel gepubliceerd wordt). Deze beoordeling is op dit moment echter grotendeels onzichtbaar.

Door de deelnemers werden verschillende suggesties gedaan om de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek te verbeteren:

  • stel geen eisen meer aan het aantal artikelen dat nodig is voor een PhD, maar beoordeel op kwaliteit;
  • betaal peer reviewers voor de tijd die ze besteden aan peer review;
  • voeg meer informatie toe aan artikelen zodat de kwaliteit beter beoordeeld kan worden: hier werden o.a. uitgebreide methodologie en datasets genoemd, maar ook: rationale en motivatie voor het uitgevoerde onderzoek.

 

De groep jonge onderzoekers die actief is in de Louis Bonaparte Society is duidelijk betrokken en kritisch ten aanzien van de huidige manier waarop wetenschap bedreven en beoordeeld wordt, maar ze hebben ook hun twijfels over de door Science in Transition voorgestelde oplossingen. Het leek wel voor velen de eerste keer dat ze uitgebreider kennis namen van de standpunten van Science in Transition.

Het zal interessant zijn om te zien of ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld peer review (zoals open peer review, post-publication peer review en het claimen van peer reviews voor credits) door deze generatie omarmd zullen gaan worden en onderdeel zullen gaan uitmaken van hun workflow.

Publons: get credit for peer review

Publons: get credit for peer review

PubMed Commons - a forum for scientific discourse

PubMed Commons: a forum for scientific discourse

 

 

 

 

 

 

 

————————————————————————————————————–

2 reacties to “Louis Bonaparte ontmoet Science in Transition”

  1. Dafne Jansen

    Mooie samenvatting, dank. Denken jullie dat er causaal verband is tussen het ontbreken aan perspectieven om door te gaan in de academische wereld, en het aantal PhD’s dat vroegtijdig afhaakt, en zo ja hoe sterk zou dat verband zijn?

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *