0pen access
Open access en ‘the long argument’
Inleiding
Wanneer het over open access gaat, dan ligt de nadruk in het debat vaak op het publiceren van artikelen in wetenschappelijke tijdschriften. Dit wordt in Nederland vandaag de dag uiteraard mede bepaald door de lopende onderhandelingen rond de ‘big deals’ met de grote uitgeverijen.[1] Maar hoe staat het eigenlijk met open access voor het academische boek? Twee weken geleden werd bekend gemaakt dat de inschrijving voor de tweede pilot van Knowledge Unlatched succesvol is afgerond.[2] Dit betekent effectief dat er in de loop van 2016, 78 boeken in open access zullen verschijnen in de online bibliotheek OAPEN.
Even een stapje terug. Zoals gezegd wordt het open access veld gedomineerd door de tijdschriften. In de afgelopen jaren zijn er talloze nieuwe vormen op de markt verschenen naar voorbeeld van PLOSone. Dit zijn online platformen met grote collecties artikelen afkomstig uit verschillende disciplines. Ook al is de veelal gebruikte term megajournals voor dergelijke platformen een beetje in diskrediet geraakt, het draait bij deze initiatieven vaak allemaal om volume.
Naast deze publicatieplatformen zoals PLOSone of die door traditionele uitgeverijen worden opgezet (zoals het onlangs door California University Press gelanceerde Collabra, de vier ‘platform’ tijdschriften bij Brill, de ‘Open’ journals bij de Gruyter of het recentelijk opgerichte Heliyon van Elsevier) zijn er ook veel startups. Deze ‘new kids on the block’ hoeven niet de ballast te torsen van oude en kostbare organisatievormen en uitgeeftradities. Er wordt geëxperimenteerd met publicatieformats, nieuwe vormen van peer review, of er worden interessante combinaties gelegd met (open) onderzoeksdata. Voorbeelden van dergelijke platformen zijn Peerj, Frontiers, het onlangs gestarte Open Library of Humanities en het al wat langer bestaande F1000research.[3] Het is duidelijk dat bij de tijdschriften het ene na het andere online experiment wordt ontwikkeld.
Maar, als het over open access voor publicaties gaat, is er wel meer aan de hand dan alleen het publiceren in tijdschriften. Het lijkt in het debat allemaal wat minder zichtbaar, en dat is ook niet helemaal vreemd. Het is nog maar een kleine 5 jaar dat er op verschillende manieren kleine succesjes zijn behaald. Voor de boeken – traditioneel het domein dat door de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen wordt gedomineerd, worden wel degelijk uitgeefmodellen ontwikkeld om het publiceren in open access mogelijk te maken. Een voorbeeld is het eerder genoemde OAPEN platform. Het door de EU gefinancierde FP7-project OAPEN project (looptijd: 2008-2011) is een van de eerste projecten geweest op het gebied van toegang en duurzame opslag voor open access boeken. Inmiddels is het platform al een paar jaar een onafhankelijke stichting en hebben zich inmiddels verscheidene uitgeverijen bij het platform aangemeld om met enige regelmaat boeken aan de collectie toe te voegen. Dit heeft een positieve effect gehad voor het zoeken en vinden van open access boeken. Maar wat is eigenlijk de stand van zaken?
Ook bestaande uitgeverijen komen in beweging. Voorbeelden van uitgeverijen met een actief open access uitgeefprogramma voor boeken zijn: California University Press, Springer, Amsterdam University Press, Brill en De Gruyter. En ook in dit veld zijn tal van nieuwkomers, zoals: Open Humanities Press en Ubiquity Press. Deze uitgeverijen in de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen laten een verschuiving zien naar een (alternatief) uitgeefmodel voor het uitgeven van boeken in open access. Deze verschuiving laat zich ook zien in de steeds maar groeiende beschikbaarheid van open access boeken in online databanken van uitgeverijen of institutionele deposito-services (zoals OAPEN), ook al is het aandeel op dit moment nog heel klein. In 2015 zijn er op een totaal van 65.000 gepubliceerde academische boeken per jaar[4] maar 700 boeken in open access geregistreerd en geïndexeerd in de Directory of Open Access Books, het boekenalternatief op de Directory of Open Access Journals (DOAJ) welke werd opgericht in navolging van het OAPEN platform.
De DOAB zal lang nog niet alles wat er aan open access boeken in de wereld verschijnt meenemen, maar het maakt hoe dan ook duidelijk dat het aandeel van open access boeken nog maar heel klein is. De DOAB service begon in 2012 en heeft in die eerste periode ook veel backlist titels van uitgeverijen geïndexeerd die in open access beschikbaar kwamen. Figuur 1 laat goed zien dat vanaf dat moment een grote stijging van open access boeken plaatsvindt. Deze zijn direct of na een kort embargo vrij beschikbaar gekomen.
Onderzoek en beleid
Boeken worden dus niet vergeten, maar constructief beleid voor het publiceren en financieren van monografieën en essay-collecties in open access staat nog wel in de kinderschoenen. Op dit moment zijn op de DOAB meer dan 4500 boeken online te raadplegen, afkomstig van 150 uitgeverijen wereldwijd.
Om tot een goed inzicht te komen in de processen rond het publiceren van open access boeken zijn er in de afgelopen jaren in Nederland en het Verenigd Koninkrijk pilots opgezet in samenwerking met OAPEN (OAPEN.NL en OAPEN.UK). In beide pilots werden uitgebreide gebruikersonderzoeken gedaan, alsmede onderzoek naar de kostenstructuur van open access boeken. Er werd samengewerkt met uitgeverijen afkomstig uit de desbetreffende landen om duidelijk inzicht te krijgen in de uitgeefprocess (peer review, kosten en disseminatie). Onlangs is er een soortgelijke pilot gelanceerd in Zwitserland, te weten: OAPEN-CH. De resultaten die uit deze pilots komen, kunnen hopelijk leiden tot doordachte beleidskeuzes.
Een ander initiatief om open access boeken op de kaart te zetten, is het eerder genoemde Knowledge Unlatched. In 2013-2014 is er een eerste pilot opgezet om een collectie van 28 boeken van 13 verschillende uitgeverijen in open access aan te bieden aan universiteitsbibliotheken. Het model gaat ervan uit dat bij een groot draagvlak van bibliotheken, de kosten voor de aanschaf van het papieren boek steeds meer worden gedifferentieerd, en zodoende per instelling lager zullen worden. Bij voldoende inschrijvingen (de drempel ligt rond de 300 bibliotheken) worden de boeken in OAPEN beschikbaar gesteld. Eind 2015 werd de tweede pilot, met een collectie van 78 boeken, gepresenteerd. Bibliotheken hadden tot februari 2016 de tijd om zich in te schrijven voor de boekencollectie. Inmiddels is ook deze pilot met succes afgerond en zullen de 78 boeken in de loop van 2016 in open access verschijnen.[5] Dit model maakt het mogelijk om een collectie van boeken in open access beschikbaar te maken. Er wordt hier en daar gesteld dat met Knowledge Unlatched sprake is van double-dipping. KU lijkt zich van deze kritiek bewust en heeft met de participerende uitgevers afgesproken dat er een korting of waiver wordt toegepast als de bibliotheek aangeeft dat het een specifiek boek via een ander kanaal (reeds) is besteld. Het lijkt nu echter nog lastig om dit helder in beeld te krijgen, want dit moet door de bibliotheek zelf worden opgemerkt en aangegeven.[6]
We moeten ons goed realiseren dat open access voor boeken absoluut nog geen gelopen race is. Zo is in het Verenigd Koninkrijk in de huidige Research Excellence Framework (REF), die loopt van 2015 t/m 2018, niet opgenomen dat open access boeken mee worden genomen in de kwaliteitsbeoordeling van onderzoek. Naast de traditionele publicatiestromen, worden dus alleen open access artikelen meegenomen in de (eind)beoordelingen van onderzoekers. Een probleem is dat de REF bepalend is voor de verdeling van onderzoeks- en ook publicatiegelden. Ergo, een mogelijkheid voor een meer structurele vorm van financiering van open access boeken in het Verenigd Koninkrijk laat nog even op zich wachten, in elk geval tot na 2018.
In december 2014 is het project HEFCE Monographs and Open Access afgerond. Dit was een onderzoek naar de stand van zaken rond de monografie en de mogelijkheden die open access voor het wetenschappelijk boek kan bieden. Dit rapport is een aanvulling op het eerdere Finch-Report uit 2012[7], waar boeken niet tot nauwelijks in werden meegenomen. In januari 2015 verscheen het eindrapport van bovenstaand project. Het rapport is een analyse naar het belang van de monografie en het bestaansrecht in een open access omgeving. Er worden een aantal belangrijke conclusies getrokken. Zo staat er onder andere de volgende opmerkelijke bevinding:
“Contrary to many perceptions, it would not be appropriate to talk of a crisis of the monograph; this does not mean that monographs are not facing challenges, but the arguments for open access would appear to be for broader and more positive reasons than solving some supposed crisis.”[8]
Een crisis is misschien ook wel te dramatisch neergezet, maar dat het wetenschappelijk boek zich in moeilijke en roerige tijden bevindt, kan niet worden ontkend. De verkoop van het papieren boek neemt sinds de jaren ‘80 gestaag af.[9] Bibliotheken hebben recentelijk het e-boek echt omarmt en er lijkt nu een echt grondige daling ingezet van de acquisitie van het fysieke boek. Het lijkt er echter op dat het rapport dit ‘crisis’ gevoel sterk wil nuanceren en waarschuwt er voor dat open access niet als dé oplossing voor deze crisis moet worden gezien.[10] Hooguit één van de oplossingen.
Een andere conclusie is dat gedrukte boeken nog steeds een voorkeur krijgen boven de digitale versie. Dit moet niet worden onderschat en de open access editie zou ondergeschikt moeten zijn aan de gedrukte editie, die niet zou moet verdwijnen.[11]
Deze nog steeds voortdurende voorkeur voor gedrukte boeken wordt overigens bevestigd door verschillende onderzoeken, en de praktijk. Vrijwel alle uitgeverijen die een open access uitgeefmodel hebben voor boeken hanteren een ‘mixed-model’ van online en print (+ e-boek). In de OAPEN-UK pilot is onderzoek gedaan onder onderzoekers naar het gebruik van boeken.[12] Daaruit kwam onder andere naar voren dat veruit het merendeel nog steeds de voorkeur geeft aan het papieren boek.
Financiering van het open access boek
Het HEFCE rapport geeft ook aan dat er op dit moment niet één (werkend) dominant model voor open access boeken is aan te wijzen. Alle bestaande open access uitgeefmodellen zitten nog in een (soms zeer) experimentele fase.[13] Deze verschillen van open access bijdragen per boek (Book Publication Charge – BPC), tot bijdragen per collectie (Knowledge Unlatched) of simpelweg het gewoon doen en hopen op inkomsten uit de gedrukte editie (een voorbeeld is Open Humanities Press).
Als het gaat om de beleidsmakers en onderzoek financiers stelt het HEFCE rapport:
“Policy will have to be developed in a context where it is unlikely that any one model for open access will emerge as dominant, and one in which an attempt to impose a single model through policy is unlikely to be feasible, let alone acceptable.”[14]
Een voorbeeld van open access beleid met financieringsmogelijkheden voor boeken dat al langere tijd loopt komt uit Oostenrijk. De nationale financier van onderzoek aldaar, de FWF – der Wissenschaftsfonds, heeft al sinds 2007 een actief open access beleid met een duidelijke financiële steun. Zo wordt voor Oostenrijkse wetenschappers een tegemoetkoming geboden voor eventuele kosten voor het publiceren van boeken in open access.[15] In het afgelopen jaar zijn er steeds meer universiteiten en onderzoek financiers geld beschikbaar aan het maken voor open access boekpublicaties.[16]
Terug naar de Nederlandse situatie. NWO biedt met de start van het Stimuleringsfonds Open Access sinds 2010 de mogelijkheid om de kosten te financieren voor het publiceren van boeken in open access. Dit is met de resultaten uit de hierboven beschreven OAPEN-NL pilot verder ontwikkeld. We zouden het bijna vergeten, maar bij de Universiteit Utrecht is het ook mogelijk om een aanvraag voor boeken te doen bij het UU Open Access fonds.[17]
In de praktijk
Al deze ontwikkelingen moeten uiteindelijk leiden tot voldoende best practices en succesverhalen. De verschillende onderzoeken die hierboven zijn genoemd, hebben er ook toe geleid dat er in de afgelopen maanden een tweetal handleidingen zijn verschenen over het uitgeven van boeken in open access. De ‘Guide to open access monograph publishing for arts, humanities and social science researchers’[18], gepubliceerd door de OAPEN-UK pilotgroep en de Open Access Monographs and Book Chapters: A practical guide for publishers[19], in juli 2015 gepubliceerd door de Wellcome Trust.
Deze handleidingen zijn bedoeld om het waarom en hoe duidelijk(er) te krijgen. Op welke redactionele en technische zaken moet worden gelet? En wat zijn de verschillende uitgeefmodellen zijn er? Gebruikmakend van de onderzoeksresultaten die zijn opgedaan in de verschillende bovengenoemde pilots worden concrete aanbevelingen gedaan voor uitgevers, maar ook beleidsmakers.
Conclusie
Zoals eerder gezegd, zijn veel uitgevers in de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen zich aan het bewegen in de richting van, of op zijn minst oriënteren op, open access voor boeken. Maar dit gaat langzaam. Er is op dit moment nog teveel afbreukrisico als het gaat om bijvoorbeeld de financieringsmogelijkheden aan zowel de kant van de uitgevers als de onderzoekers. Bovendien zijn er nog niet voldoende resultaten bekend rond werkende open access uitgeefmodellen. Daarvoor is het op dit moment nog net iets te vroeg. Belangrijk is om te concluderen dat het boek er nog (steeds) toe doet en dat ook voor dit medium open access een van de manieren is om bredere verspreiding mogelijk te maken. Één en één is twee.
Noten
[1] In 2014 werd er een begin gemaakt met open access in de contracten (big deals) met de grote uitgeverijen (Elsevier, Springer, Wiley, Taylor & Francis, etc.) te krijgen. Deze onderhandelingen gaan alleen over open access voor tijdschriftartikelen.
[2] Zie persbericht van 11 maart 2016: http://www.knowledgeunlatched.org/wp-content/uploads/2016/03/Scaling_Up_Press_Release_11Mar2016.pdf (geraadpleegd: 11 maart 2016)
[3] Dit is uiteraard een beperkte selectie. Er zijn vele andere voorbeelden te noemen.
[4] Deze gegevens zijn bij benadering en heb ik gebaseerd op de jaaroverzichten van YBP Library Services.
[5] Zie http://collections.knowledgeunlatched.org/packages/ voor een uitgebreid overzicht van de titels.
[6] Meer over double dipping in relatie tot open access boeken: http://hybridpublishing.org/2013/08/open-access-books-vs-double-dipping/ (geraadpleegd: 20 maart 2016).
[7] Lees hier het Finch-report.
[8] Crossick, G (2015). HEFCE Monographs and Open Access Project, 2015, p. 4
[9] Hier is in de afgelopen 15 jaar veel over verschenen. Zie onder andere: Steele, C. (2008) ‘Scholarly Monograph Publishing in the 21st Century: The Future More Than Ever Should Be an Open Book’. Journal of Electronic Publishing [online] 11 (2), p. 4, DOI: http://dx.doi.org/10.3998/3336451.0011.201 en Thompson, J. (2005) Books in the Digital Age : The Transformation of Academic and Higher Education Publishing in Britain and the United States, Malden MA, Polity Press.
[10] Voor meer over deze ‘crisis’ en de nuancering in het HEFCE rapport: https://openreflections.wordpress.com/2015/01/29/the-monograph-crisis-revisited/ (geraadpleegd: 17 maart 2016)
[11] Crossick, G. p. 32-33
[12] OAPEN-UK research survey 2012: http://oapen-uk.jiscebooks.org/research-findings/researchersurvey/ (geraadpleegd: 7 maart 2016).
[13] Crossick, G. p. 65
[14] Idem, p.65
[15] https://www.fwf.ac.at/en/research-funding/fwf-programmes/peer-reviewed-publications/
[16] Ubiquity Press heeft in februari 2016 een lijst gepresenteerd met fondsen die open access boeken ondersteunen.
[17] http://www.uu.nl/universiteitsbibliotheek/publiceren/open-access/open-access-fonds
[18] http://oapen-uk.jiscebooks.org/oaguide/
[19] http://www.wellcome.ac.uk/stellent/groups/corporatesite/
@policy_communications/documents/web_document/wtp059497.pdf
Uitgelichte afbeelding: <a href=”http://nl.freepik.com/vrije-vector/round-boek-etiketten_815975.htm”>Designed door Freepik</a>
Interessant stuk. Bij het kijken naar OA voor boeken probeer ik me altijd af te vragen wat in de zin van kosten, redactionele handelingen en “consumptie” het verschil is tussen een boek en 10 artikelen. Of, nog dichter bij elkaar liggend: wat is het verschil tussen een special issue van een OA tijdschrift en een geredigeerde bundel (“edited volume”). Beide ontstaan digitaal, bevatten tekst en eventueel ook beeld. Weinig verschil, lijkt me. Er is natuurlijk het andere uiterste van het bibliofiel uitgegeven handgeschepte en beslangeleerde boek waarbij de fysieke vorm het raison d’être is. Daartussen liggen vele andere vormen. Het lijkt me zinnig eens te kijken naar die segmenten van de academische boekenmarkt. En wat is in een digitale omgeving een boek nog? Een wiki met 15 hoofdstukken: wordt dat pas een boek zodra we het drukken? Zo nee, hebben we dan eigenlijk niet al heel veel meer OA boeken? Ik besef dat de discussie daarmee veel breder wordt, maar het is belangrijk om te kijken waar we eventuele OA gelden voor gebruiken. Is het de bedoeling academische bronnen (ik wil het woord “content” graag vermijden) OA beschikbaar te stellen of is het de bedoeling om precies als we altijd deden manuscripten aan te bieden aan klassieke wetenschappelijke uitgevers, om die vervolgens vrij te kopen? Wat is de beste manier om “the long argument” zo’n groot mogelijke impact te geven? Ik heb geen kant-en-klare antwoorden, maar zie wel graag die bredere en fundamentelere discussie.
Misschien interessant in dit verband: http://wp.me/plFbr-PR en andere posts op dat blog.
Ik heb niet zoveel verstand van het maken van een boek, ik weet vooral hoe je ze koopt.
Desalniettemin lijkt mij een belangrijk verschil tussen een boek (wat dat dan ook is) en een artikel de lengte. Een boek (monografie) is een lang betoog, een artikel een kort betoog. Om een lang betoog behapbaar te maken voor de lezer is volgens mij meer redactionele ondersteuning nodig dan bij een kort betoog.
Interessant. Zou dat wel eens onderzocht zijn?
Ik vind al jaren dat de woorden boek of artikel, als het om online academische publicaties gaat, niet de lading dekken. Er is online tekst, beeld, data. Het betoog kan kort of lang zijn. Ben het wel met Jan eens dat een ‘boek-lengte’, en dan vooral een monografie, onvermijdelijk een andere dynamiek heeft. Een bundeling artikelen met een introductie erbij haalt deze kwaliteit nauwelijks. Maar waar het bij open access publicaties volgens mij om moet draaien is toegankelijkheid, en leesbaarheid. Er wordt op dit moment zo weinig aandacht besteed aan een prettige online leeservaring, uitzonderingen als PeerJ daargelaten. Of een tekst nou lang of kort is op het scherm, het draait daarbij om hoe je als lezer de tekst tot je kunt nemen. Nu is het uitgangspunt, printen…
In Leiden wordt hier door Digital Book and Media Studies wel aandacht aan besteed:
– Weel A.H. van der (2015), Reading the scholarly monograph, TXT 2015: 75-81.
– Weel Adriaan van der & Kircz Joost (Eds.) (2013), The unbound book. Amsterdam: Amsterdam University Press. http://www.hum.leidenuniv.nl/lucas/agenda/the-unbound-book.html