Library Blog

congressen

Open Repositories 2016

Het Open Repositories congres vond dit jaar plaats in Dublin (Ierland, niet Ohio) van 13 t/m 16 juni. Ik was al een paar jaar niet geweest, dus ik vond het tijd om weer eens te gaan. Hier wat ontdekkingen en impressies.

Voorafgaand aan het eigenlijke congres waren er workshops. De eerste waar ik naar toe ben geweest ging over “Mining Repositories”: hoe kunnen we teksten en data die in repositories zitten geschikt maken voor hergebruik. Tijdens deze workshop heb ik kennis gemaakt met het OpenMinTeD project. Een verslag van dat deel van de workshop staat op de site van het project: http://openminted.eu/1409-2/. Zowel door OpenMinTeD als door de overige presentaties in de workshop  werd de nadruk gelegd op het belang van goede metadata. In het geval van teksten kan dat ook betekenen dat je de OCR opschoont, zodat bijvoorbeeld namen goed herkend kunnen worden.

De tweede workshop was geheel gewijd aan IIIF, het International Image Interoperability Framework (http://iiif.io). Deze workshop was vooral technisch, met uitleg van de APIs die er bij horen en een overzicht van viewers en servers.
Er was wel een mooi voorbeeld van wat je met dit alles kan doen: de virtuele hereniging van een handschrift, waarvan delen in verschillende bibliotheken zijn terechtgekomen.

De opvallendste presentatie op dinsdag was “Researching researchers”, een onderzoek naar het gebruik van audio en video door geesteswetenschappers. Hiervoor werd ethnografisch onderzoek gedaan, waarbij iemand van de bibliotheek meekeek
met een student of onderzoeker terwijl die bezig was met audio en video. De bibliotheekmedewerker probeerde daarbij alles op te schrijven wat de klant zei of deed, dus ook details als “beweegt muis heen en weer zonder iets aan te klikken”.
De zelfde klanten vulden daarna gedurende enige tijd een dagboek in met hun ervaringen. De eerste resultaten uit dit onderzoek laten zien dat het de mensen niet kan schelen welke tool of site ze gebruiken, als ze maar bij de content kunnen. In praktijk gebruiken ze daarom heel veel tools naast elkaar. De grootste frustratie van klanten was dat ze vaak niet kunnen terugvinden wat ze kort geleden opgeslagen hadden.

De woensdag plus donderdagochtend waren voor mij gevuld met bijeenkomsten van de DSpace Interest Group. Drie dingen daaruit wil ik even noemen:

  • CSpace, de Chinese afgeleide van DSpace. Hierin is het nu ook mogelijk om samengestelde objecten op te slaan, met audio, video, workflowcode en pdfs in één package. De makers van DSpace gaan nu kijken of er een mogelijkheid is
    dit ook in de standaard-DSpace te doen, in samenwerking met China
  • Een manier om grote PDFs te streamen vanuit DSpace, zodat de klant niet eerst de hele PDF hoeft te downloaden.
  • En van meer technische aard: de nieuwe DSpace UI die gebaseerd zal zijn op AngularJS. Wat dit in praktijk betekent is dat het makkelijker zal worden om bv de landingspagina aan te passen aan nieuwe wensen

Donderdagmiddag was de Ideas Challenge, waarover je kunt lezen op http://or2016.net/ideas-challenge-results/. Dit is altijd het vrolijkste onderdeel van Open Repositories, waar ad hoc gevormde teams een idee presenteren dat ze tijdens het congres gekregen hebben. Zoals je op de site kunt lezen, waren niet alle ideeën even serieus, maar sommige zouden best uitgevoerd kunnen worden.

Hoewel er dus allerlei interessante dingen gepresenteerd werden, had ik toch het gevoel dat er iets ontbrak. Terugkijkend denk ik dat voor veel deelnemers het repository een doel is, niet een middel. Dingen in het repository krijgen lijkt nog steeds belangrijker dan kijken naar wat studenten en onderzoekers daadwerkelijk nodig hebben. Als je dat zou doen, zou misschien blijken dat een repository een heel andere rol kan vervullen.
Wie weet wat we daarover nog gaan ontdekken in de innovatie-impuls van onze bibliotheek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *