Library Blog

I&M2.0

MTSR 2015 – Manchester

‘Metadataspecialist voor onderzoeksondersteuning’, het label op de functie waarvoor ik ben aangenomen. Een typering die qua betekenis binnen de UB nog alle kanten op kan. Om meer inzicht te krijgen hierin bezocht ik onlangs de “MTSR 2015, 9th Metadata and Semantics Research Conference” in Manchester. In drie dagen is mij duidelijk geworden dat mijn nieuwe rol is geplaatst tegen een décor vol spannende ontwikkelingen, een internationale wereld volop activiteit, een wereld ook waarin ik op zoek moet naar goede voorbeelden om zinvol advies te kunnen geven omtrent het metadateren van onderzoeksdata. Ik wil aan de hand van een korte impressie trachten wat ‘nuancering’ aan te brengen in het label op mijn functie.

De tweede week van september stond de begane grond van The Geoffrey Manton Building van Manchester Metropolitan University drie dagen in het teken van metadata, linked data en semantiek. Onderzoekers en materiedeskundigen presenteerden hun ervaringen met deze thema’s in het licht van onderzoeksdata. De rode draad werd gevormd door begrippen als uitwisselbaarheid, vindbaarheid en bruikbaarheid.

Carole Goble (Manchester University) plaatst deze thema’s tegen de achtergrond van een sterk veranderende onderzoekscontext: niet de finale publicatie, maar een uit meerdere componenten opgebouwd ‘research object’ (researchobject.org) is hetgeen waar de moderne onderzoeker een bijdrage aan levert. Een dynamisch object, dat naast publicatie(s) ook externe datasets, metadata, presentaties, workflows e.d. zal bevatten. Goble beargumenteert onder meer dat de context van de individuele onderzoeker steeds meer extern is bepaald. Hiermee brengt zij impliciet het belang van semantische webtechnologie en metadatering voor vindbaarheid en hergebruik van onderzoeksdata sterk onder de aandacht. (De prsentatie is te zien via slideshare)

Carole Goble at MTSR 2015

101@Manchester

 

Jane Greenberg (Drexel University) bespreekt het hebben van een gecontroleerd vocabulaire in relatie tot de vraag ‘hoe ver men kan gaan met het bevragen van de wetenschapper ten aanzien van goede metadata’. In haar paper over ‘threshold determination’ presenteert zij een onderzoek waarbinnen materiaalwetenschappers wordt gevraagd termen te beoordelen die zijn verzameld in een geautomatiseerd proces. De resultaten van deze studie moeten inzicht geven in hoe een balans gevonden kan worden in de samenwerking van informatiespecialisten met wetenschappers in de rol van domeinexpert.

Tanya Gray Jones (Bodleian) introduceert het metadatamodel voor de beschrijving van context-­ en herkomstinformatie in The Bodleian Libraries’ Oxford University Research Archive (ORA), een repository voor onderzoeksmateriaal afkomstig van onderzoekers van de universiteit van Oxford. Deze repository bevat naast publicaties ook de datasets waarnaar wordt verwezen. Ook in dit verhaal is er een belangrijke rol weggelegd voor semantische webtechnologie. Haar presentatie illustreert een mooi voorbeeld van de wijze waarop een universiteitsbibliotheek haar eigen onderzoek in de praktijk kan brengen. (Link voor meer info: camelot-dev)

Van de 38 getoonde presentaties wil ik die van Rob Lokers van Alterra (WUR) tot slot nog noemen. Aan de hand van twee projecten, Trees4Future (Trees4Future) en SemaGrow (SemaGrow) , wordt zeer inzichtelijk gemaakt wat het belang is van een voldoende bruikbare ontologie in het licht van ‘metadata harvesting’. Het verhaal uit Wageningen eindigt met onder meer de volgende interessante conclusie ten aanzien van het draagvlak in de wetenschap: “The first experiences demonstrating to groups of forestry researchers in the Trees4Future community have been positive and also indicate that showing the potential of exploiting semantically rich metadata can motivate researchers to improve their efforts to document datasets. This can be seen as a positive signal towards research and the development of more sophisticated ways to (automatically) generate, process and utilize metadata…”

Tot slot: totale impressie

Het belang van herbruikbaarheid van onderzoeksdata wordt veelvuldig geïllustreerd vanuit de veranderende wereld van de individuele onderzoeker. De voorbeelden waarin de onderzoeker zijn of haar data buiten de eigen institutionele muren verkrijgt zijn talrijk. Maar herbruikbaarheid begint met vindbaarheid. De kwaliteit van ‘metadata catalogs’ en ontologieën is daarom essentieel. Het lijkt geen twistpunt dat zowel het ontwerp als de kwaliteitsbewaking van metadatastructuren traditioneel het beste bij de universitaire bibliotheken wordt ondergebracht. Echter, de omgang met onderzoeksdata vereist een vorm van samenwerken met wetenschappers die per domein en per project sterk kan verschillen. Daarnaast wordt de techniek om met deze data om te gaan steeds complexer. Standaarden als DC voldoen niet langer dan slechts voor beschrijvingen op algemeen (studie-­ of RI-) niveau en men zal zeer veel afgeleide standaarden blijven ontwikkelen. Daar komt bij dat men zonder kennis van semantische (web-­) technologie (rdf, skos, owl, e.d.) snel verdwaald raakt in de complexiteit die nu eenmaal samenhangt met de beoogde interoperabiliteit.

Metadatering van onderzoeksdata blijkt een internationaal thema te zijn waar op dit moment heel veel aan wordt gewerkt. Het belang ervan wordt breed (uit-­) gedragen en men zoekt volop vormen van samenwerking om te voorkomen dat men het wiel opnieuw uitvindt. (Internationale) netwerken zijn van belang en onderstrepen het gegeven dat men niet geïsoleerd op zoek moet gaan naar een ‘one fits all solution’.

Deze impressie is onvolledig wanneer ik niet vermeld dat Manchester een geweldige stad is om te bezoeken.

2 reacties to “MTSR 2015 – Manchester”

  1. tepronk

    Goed om bevestigd te krijgen dat ontwerp en kwaliteit metadata bij de bibliotheek hoort. En wat gaaf dat de 101 innovations hier ook weer terugkomen (zie je foto).

    Beantwoorden
  2. Dafne

    Mooi verslag. Ik praat zoals gezegd graag met je verder over onderzoeksobjecten vs. onderwijsobjecten. Ook hier speelt dezelfde kwestie: voordat we het überhaupt over hergebruik kunnen hebben, zal het vindbaar moeten worden, en daarvoor is metadatering nodig. In navolging van Goble vraag ik me ook af op welk niveau je een object het best bewaart. Zo klein mogelijke eenheden? Docenten zijn bang dat de context dan verloren gaat, wat de objecten misschien onbruikbaar maakt. Wordt zeker vervolgd!

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *