Library Blog

Blog

Green Open Access: nu, goedkoop, met vrije tijdschriftkeuze

Korte en lange termijn

Het is in de discussie rond Open Access, die dankzij de brief aan de kamer van Sander Dekker in Nederland nu ook stevig is geagendeerd goed onderscheid te maken tussen de lange  en de korte termijn. Wat wil je nu zo snel mogelijk bereiken versus het ideaalplaatje voor over 10-20 jaar. We zullen het vrij snel eens zijn over die lange-termijn wensen: volledige open access tot de ‘version of record’ op het moment van verschijnen. Ik denk overigens dat tegen die tijd het klassieke model van tienduizenden zeer gespecialiseerde tijdschriften, verschijnend in afleveringen met lange artikelen met veel tekst maar lastig te extraheren werkelijke toevoeging aan de wetenschap wel wat zal zijn veranderd. De veranderingen zie je nu al: opkomst van zeer brede tijdschriften, afschaffing van issues, grootschalig  delen van preprints in de harde betahoek (ArXiv), sociale wetenschappen (SSRN) en economie (RepEc preprints) en de opkomst van nanopublicaties. Op de lange termijn en via pre-print reeds nu, is het feitelijke publiceren (publiek maken) geen vorm van uitbesteding. Publiceren is een druk op de knop. Tevreden over je stuk? Push the button and let the world read it. Daarna kunnen allerlei extra zaken gaan lopen als peer review, aanpassing, comments, vastleggen van final versions, ontsluiting, assessments, archivering, hergebruik e.d.. Het zal dan ook veel duidelijker worden wat de werkelijke toegevoegde waarde is van uitgevers en anderen die deze diensten aanbieden. Maar goed: dis alles is wel van belang voor efficiënte wetenschappelijke communicatie maar voor de meeste vakgebieden iets van de langere termijn.

Toegang tot kennis, nu

Terug naar het nu. Ik denk dat getalenteerde scholieren (zoals Jack Andraka die overal tegen paywalls aanliep terwijl hij de mensheid wilde helpen met het oplossen van alvleesklierkanker, (zie zijn TED lezing), derde wereld artsen, zzp-ers, patiëntenverenigingen, VWO-docenten, armlastige universiteiten (niet alleen in Afrika, maar ook in heel Zuid- en Oost-Europa!) en het MKB geen zin hebben om daarop te wachten. Zij willen nu toegang tot kennis. Is die er niet dan blijft veel talent onbenut en blijft innovatie achterwege. Willen de wetenschappers die zeggen “ach, wij schrijven toch alleen voor onze peers, en die hebben allemaal toegang” nu opstaan? Wie de moeite neemt een keer in websites van ResearchGate of Academia.edu te duiken ziet al snel hoe gigantisch ook binnen de ‘Global South’ behoefte is aan toegang. Alleen al de Open Access repository van Harvard heeft nu 5000 downloads per dag.

De vraag is dus, en dat is de kern, hoe krijgen we zo snel mogelijk de bulk van de onderzoeksresultaten openbaar?

Hoofd- en bijzaken

Zaken als hergebruiksrechten, toegang tot data en de ‘version of record’ zijn interessant maar mogen niet afleiden van het veel meer prangende hoofddoel. Voor een kleine zelfstandige is het verschil tussen geen toegang en toegang tot de final author version (dus na peer  review) een verschil van nacht en dag. Overigens zijn er ook commerciële uitgevers, zoals Cambridge University Press, die gewoon toestaan dat de publisher versions wordt gedeeld: http://journals.cambridge.org/action/displaySpecialPage?pageId=4608. O ja, nog een misverstand: uiteraard heeft de final/last author version een voorblad waarop de exacte gegevens staan en een link naar de version of record, zodat men gewoon kan citeren.

Voordelen van Green Open Access

Green Open Access is open access aangeboden door de auteur (i.t.t. Gold, dat gebeurt door uitgevers) . Bij Green Open Access archiveert de auteurs zijn (final author) versie van een artikel in een (institutioneel) repository. In Utrecht is dat Igitur.

Misschien nog maar een keer de voordelen van Groen op een rij:

  • het kan per direct, er zijn geen eeuwigdurende onderhandelingen met uitgevers voor nodig
  • het kost een fractie van gold open access
  • auteurs houden volledig vrije keuze in tijdschrift waarin zij willen publiceren
  • het kan met terugwerkende kracht voor een nog groter maatschappelijk effect

Groen staat goud niet in de weg: goud kan binnen groen

Als een auteur zelf in een gratis of betaald Open Access tijdschrift wil publiceren juich ik dat uiteraard zeer toe. Geld beschikbaar stellen voor publicatie in echte open access tijdschriften via OA-stimuleringsfondsen is prima. Stimuleren van beginnende goede Open Access tijdschriften doen bibliotheken al en dat is goed. In al deze gevallen komt dus ook gewoon de published version va  papers in het universitaire repository. Maar als een onderzoeker 1000-4000 dollar wil besteden aan OA publiceren in een hybrid journal dat al meer dan volledig betaald wordt via abonnementen zou ik dat jammer vinden omdat het onnodig fondsen onttrekt aan onderzoek. De onderzoeker kan dan gewoon daar publiceren zonder te betalen en voldoen aan eisen van funders door final author version te delen in een (institutioneel) repository. Wie in het grootste repository ter wereld (PubMedCentral) kijkt vindt daar reeds honderdduizenden final author manuscripts. Helaas bestaat de bulk van de tijdschriften waar onderzoekers nu nog graag in publiceren uit dat soort hybrid journals. Onderzoekers maken die keuze trouwens mede door de nog steeds voortgaande toetsing op basis van onzinnige impact factors. De wetenschappelijke wereld kan die praktijk zelf afschaffen en onderzoekers echt vrijheid geven waar te publiceren en beginnen met onderzoekers op inhoud en werkelijke impact te evalueren. Het eerste overtuigende pleidooi om bij evaluaties uit te gaan van aantallen publicaties in tijdschriften met een bepaalde impact factor moet ik nog zien. De VSNU en NWO hebben duidelijk een verantwoordelijkheid om op dit punt het wetenschapsbedrijf te vernieuwen, mede ten behoeve van Open Access.

Embargo’s hoeven delen niet in de weg te staan

Voor die papers die niet in een Open Access tijdschrift zijn gepubliceerd zullen er vaak embargo’s van 6-24 maanden zijn op full text beschikbaarstelling in een universitair repository. Je mag dan als universiteit in je repository wel de gegevens van de publicatie tonen, maar niet de publicatie zelf. Gelukkig mag de auteur zelf die publicatie wel leveren. Als we in de repositories een knop maken “request a copy (from author)”, zoals er nu ook al is in bijvoorbeeld Researchgate en de repository van Southampton, zullen de meeste auteurs blij zijn dat iemand zijn/haar stuk wil zien en het gewoon toesturen. Ook dat kan met een druk op de knop. Embargo’s en het verstoppen van informatie over de mogelijkheid tot Green Open Access (self archiving) op uitgeverssites zijn simpelweg tactieken van uitgevers om de inkomstenstroom veilig te stellen. Het ministerie en de wetenschappelijke sector zijn er niet om zich zorgen te maken over die inkomstenstroom. Open Access gaat niet over business modellen maar over toegang tot wetenschappelijke informatie.

Voor snel resultaat: een Groen Open Access mandaat

Het enige wat nodig is is een stevig mandaat van funders en universiteiten. Mandaten zijn  er al: de Erasmus Universiteit, de University of California, Harvard en vele andere universiteiten hebben het en onlangs nog Argentinië. De EU heeft in FP7 en Horizon2020 wel OA mandaten, maar laat de invulling aan de onderzoekers zelf. Bij de University of California kun je lezen hoe je zo’n modern universitair green open access beleid in elkaar zet. Er wordt simpelweg geëist dat de publicatie in de universitaire repository wordt geplaatst. Of auteurs ook aan die eis voldoen, de compliance, hangt af van de consequenties. Is het een eis van funders dan is er een duidelijke financiële incentive. Is het een universitair mandaat, dan zullen er andere incentives moeten zijn. In Luik heeft en er voor gekozen plaatsing van onderzoeksresultaten in het repository te koppelen aan het in aanmerking komen voor bevorderingen of verlenging van aanstellingen, waarna de compliance naar nu 80% steeg.

Groen belangrijk voor retro

Als overmatige aandacht voor de dure gouden route besef van de goedkope snelle groene route in de weg blijft staan zal Dekker misschien bereikt hebben dat in 2024 de publicaties van dat jaar tegen een prijs van tientallen miljoen netto extra kosten vrij beschikbaar zullen zijn. Maar vele tientallen procenten van wat we de komende 10 jaar gaan publiceren zal dan nog niet en als we zijn weg inslaan ook nooit open access beschikbaar komen, laat staan alles wat we de afgelopen 10 jaar hebben gepubliceerd. Kiezen we echter voor stevig stimuleren van het plaatsen van publicaties in een repository dan kunnen we de bulk van het werk, zelf retrospectief, voor de samenleving beschikbaar stellen.

Kosten

Naast deze heldere pragmatische visie gaat het natuurlijk altijd om kosten. De infrastructuur voor Green Open Access staat er al, met >2200 repositories wereldwijd volgens DOAR. Software, opslag, beheer, alles is er al, scalable. De vaste kosten van repository zijn grotendeels gemaakt, hoewel het wel interessant is helemaal helder te krijgen wat de kosten van beheer van repositories zijn. De variabele kosten zijn zeer beperkt. Het kost een onderzoeker 10 minuten om een final author verison van een paper netjes te delen via het repository. Aan de UU kunnen onderzoekers dat doen met een heel simpele knop in hun universitaire publicatielijst. Met nieuwe CRISsen straks wordt dat nog veel eenvoudiger. Deze kosten zijn een fractie van de Article Processing Fees (APC’s) die 1000-4000 dollar per artikel belopen. Deze kosten verrekenen met abonnementskosten is een leuk idee, maar Dekker moet zich niet rijk rekenen. Als alle Nederlandse artikelen (33.000 in 2012 volgens WoS alleen al) op die manier open access gemaakt moeten worden zal dat dus zeker 33 miljoen per jaar kosten. Uitgevers zien Open Access en toegang via abonnementen als gescheiden diensten waar voor betaald moet worden (lees bijvoorbeeld de mening van Wiley hierover, en de reacties) en zij zullen misschien wel bereid zijn de 2,5% Nederlandse productie die dan tegen betaling Open Access is gemaakt van de abonnementskosten af te halen, maar dat is marginaal en wordt direct teniet gedaan door jaarlijkse prijsstijgingen. Overleg  hierover is zeer lastig. In de tweede versie van het Britse Finch rapport (waarvan de eerste versie onder druk van uitgevers overigens zeer pro Gold was), dat maandag 18/11 uitkwam, en waarin de recente ervaringen met de Britse keuze voor Gold OA staan, kun je lezen hoe die verrekening mislukt (in paragraaf 9.24 tot 9.28). De commerciële wetenschappelijke uitgevers, die crisis of niet, boeken al jaren nettowinsten van 30-35% (and rising). Uitgevers zijn op het punt van mindering van prijzen notoir lastig te bewegen zoals bibliotheken al decennia weten. Het enige terechte punt dat zij hebben is dat zij een steeds verder stijgend aanbod van te publiceren papers te verstouwen krijgen. Ook daar kan de universitaire wereld zelf wat aan doen.

De omslag naar compleet Gold Open Access zal er uiteindelijk wel komen, maar daar moeten we toegang tot kennis voor de maatschappij nu niet van afhankelijk maken. We moeten in het belang van velen kiezen niet kiezen voor louter Gold Open Access, met pas resultaat straks en duur en zonder vrije tijdschriftkeuze. We moeten prioriteit geven aan eerst compleet Green Open Access, goedkoop, met vrije tijdschriftkeuze en met resultaat nu. Ik hoop dat de Kamercommissie in de behandeling van Dekkers brief op 4 december hier notie van neemt.

N.B. dit stuk is geschreven op persoonlijke titel en grotendeels ook gepubliceerd als antwoord in een dissussie op DUB.

2 reacties to “Green Open Access: nu, goedkoop, met vrije tijdschriftkeuze”

  1. Stevan Harnad

    KWALITEITSCONTROLE BIJ VOORBAAT

    Crowd-sourcing is not peer review. And peer review is needed before publication, not after, so researchers know what work is worth reading and, more important, safe to try to use and build upon. Would you like to take a medication first, and then find out by crowd-sourcing whether it was toxic? (On peer review reform hypothesis-testing — which has nothing to do with open access — see http://j.mp/pRevRef ). Open access is to free peer-reviewed research from access tolls, not to free it from peer review.) On Sander Dekker’s policy proposal, see: http://openaccess.eprints.org/index.php?/archives/1073-.html

    Beantwoorden
    • Jeroen Bosman

      Though the main purpose of this post is not discussing peer review models I would like stress that fast and immediate publication does not stand in the way of thorough peer review. You can do pre-print sharing *and* have organised peer review before the final publication *and* have post pub crowdsourced reviews and comments on top of that. You can also take the route outlined in the Copernicus model of peer review (publishing a discussion papers first and later having the final paper): http://publications.copernicus.org/services/public_peer_review.html.
      Both are variations retaining organised peer review (be it blind and anonymous or open) as a basic method of weeding out unsound papers before final publication. Although they are already implemented in some disciplines and journals it will be a long road before we’ll have it accross all fields and publishers. We’ll see….

      Beantwoorden

Laat een antwoord achter aan Stevan Harnad Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *