20.000 responses op survey ‘Innovations in Scholarly Communication’

Op 10 februari is onze wereldwijde enquete ‘Innovations in Scholarly Communication’ gesloten. In de afgelopen 9 maanden hebben we meer dan 20.000 responses ontvangen, mede dankzij >90 organisaties (vnl. universiteiten en uitgevers) die de survey onder hun achterban verspreid hebben. Door vertalingen in 6 talen hebben we ook China, Japan, Rusland, Latijns-Amerika en de Arabische wereld beter kunnen bereiken.

En nu? Data delen natuurlijk!
Hoe gaan we verder? Onze eerste prioriteit is het openbaar maken van de (geanonimiseerde) data, zodat die voor iedereen beschikbaar is om te checken, verifieren en eigen analyses op te doen. Dit willen we op drie manieren doen:

– het delen van de ruwe en opgeschoonde data een via betrouwbaar data repository, bij voorkeur vergezeld van een datapublicatie. Voor dit laatste zijn we in overleg met enkele datajournals. Deze ruwe data zijn vooral interessant voor wie zelf onderzoek wil doen (denk aan funders, research support offices, uitgevers, de scientometrics gemeenschap)

– het beschikbaar stellen van een publiek dashboard, waar mensen snel en makkelijk grafieken kunnen creëren om de data van verschillende groepen te kunnen vergelijken. Dit zal vooral ook voor bibliotheken/informatiespecialisten nuttig zijn.

– in een online omgeving de mogelijkheid bieden aan anderen om de data te analyseren mbv. scripts (bv in R), waarbij deze scripts ook weer gedeeld worden en herbruikbaar/aanpasbaar zijn. Wederom: vooral interessant voor wie (in staat is) zelf kwantitatief onderzoek te doen.

Voordat we de data daadwerkelijk kunnen delen moeten we uiteraard zorgvuldig anonimiseren, opschonen en harmoniseren. Dit omvat ook het laten terugvertalen van vrije antwoordopties uit de talen anders dan Engels.

Ons streven is om op 1 april de data beschikbaar te stellen. Voor die tijd zullen we uiteraard ook alle  instellingen die met ons samengewerkt hebben hun geanonimiseerde resultaten sturen.

Wat je met de data kunt doen
De data maakt het mogelijk om de werkwijze van onderzoekers over de hele onderzoekscyclus te vergelijken voor verschillende vakgebieden, onderzoeksrollen, land/regio en carriërelengte. Ook bieden de resultaten informatie over de houding van onderzoekers ten aanzien van Open Access en Open Science, en wat volgens onderzoekers de belangrijkste ontwikkelingen zijn in wetenschappelijke communicatie.

Voor bibliotheken (en breder: hoger onderwijs instellingen) kunnen de resultaten met name interessant zijn voor:

• onderbouwing van sommige licentiebeslissingen;
• keuzes over wat aan de orde te laten komen in informatievaardighedenonderwijs of onderwijs over onderzoeksmethoden;
• voorbereiding van presentaties voor groepen onderzoekers;
• het achterhalen hoe een groep onderzoekers zich verhoudt tot een nationaal of mondiaal gemiddelde;
• het achterhalen hoe een groep onderzoekers aankijkt tegen Open Access en Open Science en de toekomst van wetenschappelijke communicatie.

Outreach en vervolgonderzoek
We zullen de surveydata en de belangrijkste inzichten hieruit half april presenteren op het congres Force2016 in Portland, US, en mogelijk op meer plaatsen in binnen-en buitenland in de komende maanden. Ook willen we de resultaten graag bespreken met collega’s binnen I&M en kijken welke analyses specifiek voor de Universiteit Utrecht interessant zouden zijn, en willen we ook zelf graag nadere analyses doen en hierover zo mogelijk publiceren. Ten slotte  zouden we graag in een latere fase kwalitatief vervolgonderzoek doen naar motivaties van onderzoekers in de keuzes die ze maken voor meer openheid, efficientie en/of transparantie, waarvoor we in gesprek kunnen gaan met onderzoekers die in de survey hebben aangegeven hiervoor door ons benaderd te willen worden.

We hopen dat dit jullie een goed beeld geeft van de stand van zaken. Voor vragen kun je natuurlijk altijd contact opnemen met Jeroen of Bianca.